Maak je niet dik

Het is bizar eigenlijk, mijn afvalpogingen tot nu toe; een shake dieet (- 8 kilo). Kortstondige liefdes met Dhr. Atkins en Mvr. Bakker (-15 kilo) en een “gezond eten” periode zonder richtlijnen (- 10 kilo). Om het af te toppen: een eetstoornis die nooit helemaal verdween (- 40 en + 45 kilo door de jaren heen). Ik probeerde vanalles, en uiteindelijk gaf ik het maar op. Het was wel goed zo. Iedereen die mij kent weet dat ik altijd wel lak had aan mijn gewicht. Want ik zie er toch goed uit?

Dat was mijn eetstoornis die sprak 

Geloof het of niet, maar niet eten kan ook omslaan in wel eten; heel veel eten zelfs. Alles wat los en vast zit, vooral sushi en chocolade! Heerlijk. Oh, vergeet de drank niet. Elke dag een feestje. Dat alles onder het credo “ik voel me goed in mijn lichaam.” Achteraf is dit geen gezonde gedachte in combinatie met mijn gewicht; het was mijn eetstoornis die sprak. 

Soms haalde ik het in mijn bol dat er iets af moest, maar verder: ik zie er goed uit. Dat ik dik ben, “lekker boeiend” ik ben zelfverzekerd en dat staat ook mooi. Ik zet mezelf in lingerie op Instagram en krijg 900+ likes. Hoe erg kan het zijn? Nou ja, stiekem wel 100+ kilo erg dus. 

“Je ziet er goed uit voor een dikke vrouw”

De 100 kilo grens passeerde ik rond mijn 19e. Op sommige dagen zat het me dwars. Maar “mijn vet zit op de goede plekken” met andere woorden: curves! Dus de boze en negatieve gedachten blijven minimaal. Ook mijn partners vinden het fantastisch; mijn dikke billen, buikje en volle borsten. 

“Je ziet er goed uit voor een dikke vrouw” is iets wat ik op dagelijkse basis hoor. Dat helpt met het zelfvertrouwen. Maar dit is ook een dagelijkse bevestiging dat ik dik ben. En ondanks dat het goed is bedoeld, steekt het soms wel. Hoe goed ik me over het algemeen ook in mijn lijf voel; het is tijd voor verandering. De dagen dat ik me zwaar voel wil ik tot een minimum beperken. En daar is gewichtsverlies voor nodig. Maar hoe!?

Dat zit er dik in

Het antwoord lag in de toekomst. Een van mijn partners volgt het programma van Nederland Slank en binnen een half jaar zag ik de kilo’s er vanaf vliegen! Ik was geïntrigeerd en plande ook een consult in. Het duurde even voordat ik begon; ze prikte mijn bloed en op basis daarvan maakte ze voor mij een persoonlijk voedingsplan, met als doel mijn stofwisseling en hormoonbalans weer in orde te krijgen. Mijn start is nu vier weken geleden en in deze vier weken raakte ik 10 kilo kwijt. 

Holy shit! 10 kilo binnen 4 weken. Dat is een mijlpaal. Ik woog mezelf drie keer achter elkaar, ik geloofde het niet. 10 kilo! En dat zonder crashdieet! Terwijl ik dit typ zit ik nog in extase van dit succes. En het beste van dit alles? Het kost nauwelijks moeite! Ik heb geen honger tussen de maaltijden door en ik voel me energieker dan ooit. Ik slaap beter, mijn huid ziet er goed uit en ik stuiter als een bal door het huis heen. 

We zijn nog maar net begonnen, en al het begin is natuurlijk snel in dieet-wereld. Ook ga ik mezelf vast nog wel tegenkomen (in sumo-worstelaar pak). Maar dat ik eindelijk goed bezig ben, dat zit er dik in.

Of je het nou wilt of niet

“We gaan vanavond seks hebben, of je het nou wilt of niet.” Geschrokken kijk in naar mijn vriendin. “Zei hij dat echt?” Ze knikt bevestigend. “Tsja, het is wel mijn partner. En we hebben al een tijdje geen seks gehad.” Ze is niet op haar mondje gevallen; nee is echt nee. Helaas voelt ze zich vaak wel te schuldig om op dit vlak nee te zeggen. Maar waarom?

De druk is hoog

Ook ik heb het meegemaakt, en naast de druk is ook mijn libido hoog. Mijn ex had er een handje van mij over te willen halen. Vrijdag was “onze” dag. In drukke periodes zagen we elkaar minder, maar de vrijdag was van ons. En dan moest er dus geneukt worden. Ook al had ik er geen zin in, want in een drukke periode ben je vaak moe. Plus; ik bedrijf de liefde graag als ik geil ben, niet als er toevallig een tijdslot is.

Maar ik ging er wel in mee. Want ja, “we zien elkaar maar één keer deze week.” Vaak reageerde hij ontzettend matig en onbegripvol op een ‘nu niet’ en was er discussie. Daar had ik ook niet altijd zin in. Seks was op dat moment the lesser of two evils. Het was toch binnen enkele minuten voorbij. 

“Als je het niet doet is hij teleurgesteld. Hoe erg kan het zijn om hem te pleasen?” Best wel erg dus, als je er even bij stilstaat. In een relatie voel je je soms onder druk gezet om seks te hebben. Het is een (onbewuste) vorm van manipulatie. Het lijkt onschuldig “het is je partner” maar ontzettend veel mensen hebben seks zonder er zin in te hebben. Met een vreemde noem je dit verkrachting, hoe noem je dit in een relatie?

Dick for brains

Ik word er kotsmisselijk van. Sterke, zelfstandige vrouwen met een gezond libido, die deze druk toch voelen “omdat het zo hoort”. En mannen die het kwaad van het overhalen niet inzien want “het is je partner.” Deze giftige mentaliteit zit diep. En het is nergens bespreekbaar, want de schaamte komt mee met dit taboe. Dames, die scheur moet wijder open, en dan heb ik het niet over die ene tussen je benen. 

Waar zit het kwaad in je partner overhalen? Het schuldgevoel op het moment dat ze het je niet kunnen geven. De kennis dat ze je daarmee teleurstellen. En daarmee betreedt je dun ijs. 

Nee is nee

De man is soms blind voor de emoties van zijn partner, of kiest ervoor dit te zijn omdat hij seks wilt. In veel relaties is dit een ding, of je hier nou samen over praat of niet. Vraag jezelf eens af of jij met 100% zekerheid kan zeggen dat jouw partner al-tijd zin heeft in seks met jou? 

Laten we het gewoon op duidelijkheid houden. Een nee is nee; een kleine en twijfelachtige nee is ook nog steeds een nee. En daar deal je maar mee. 

Ik ben geen hoer

Het is onderdeel van het dagelijkse achtergrondgeluid; gehis, gecis (pun intended) en de “negeer me niet, hoer!” Het is niet moeilijk om een vrouw niet uit te schelden. Echt niet. Wat denk je te bereiken? Als die impuls komt, geef je er gewoon niet aan toe. Probleem opgelost. Maar wat houdt dit gedrag in stand? De positie van de vrouw in onze samenleving is fundamenteel anders, dit is een levend voorbeeld. Maar ik geloof in microrevoluties, en dat begint bij jou. 

Verkracht ons niet

“De positie van de vrouw is helemaal niet anders!” Geloof je dit echt? Stop nu met lezen en zoek de CBS cijfers op over salarisverschil, aanranding en het gevoel van veiligheid onder vrouwen. Kijk wat er gepubliceerd is over #MeToo. Hoor de vrouwen in jouw omgeving over dagelijkse zaken. Hoor vrouwen die werken in een man gedomineerde branche. Jouw standpunt (als je dit inderdaad denkt) bevestigt dit ook. Het is géén onzin.

Na mijn blog over het geven van ongevraagd advies en het aankaarten van dit issue ben ik verbaal verkracht; een gedetailleerde omschrijving van wat ‘hij’ met mij zou doen als hij me ooit op straat tegenkomt met zijn “mega dikke pik” in een donkere steeg. Ben ik oké? Ja. Het doet me niets, maar het bevestigt de misogynie die ik aankaart en dat doet wél wat met me.
Internet heeft (schijn)anonimiteit en geeft platform aan dit soort trollen. Nu meer dan ooit. Het versterkt de vrouwenhaat door negatief of ontkennend te reageren op dit onderwerp. Denk je nu nog steeds dat er niets aan de hand is? Dan ben jij nog niet klaar voor deze eeuw. Dat jij niet ziet dat er geen probleem is, betekent niet dat er geen probleem is. 

De grootste en zwartste dildo

Mijn inbox stroomt met regelmaat vol met erkenning over dit onderwerp. Waarom ze niet publiekelijk reageren? Angst voor de discussie, ze willen zichzelf niet publiekelijk in de aars laten neuken. Ergens kan ik ze geen ongelijk geven, het is ook kut om jezelf op deze manier te ‘exposen’ en een “fuck you” te krijgen van mensen die er geen bal van snappen of er niets om geven. Maar iemand moet het doen. Dit is hét moment om een standpunt in te nemen over dit onderwerp, al is het maar een like op een geplaatste comment. I hear you. I see you. I feel you. Ik laat mijn aars wel in volle glorie zien, maar het ‘over me heen laten komen’, deze hele shitzooi laten gebeuren, daar doe ik niet aan mee. 

Ik pak een dildo en ik neuk terug. Ik hoef echt niet de hele wereld te veranderen, maar ik kan wel mijn wereld veranderen. Ik heb behoefte aan een nieuw geluid. Een harder geluid. Ik snak ernaar. En daarom schrijf ik. Ik verstoor met alle plezier de normale gang van zaken door ongezellig te doen. Ik ga de discussie aan en schop de grootste en zwartste dildo zonder glijmiddel in het kontgat van de misogynie dat zich schuilhoudt in onze samenleving. Want ik ben er klaar mee. 

Damsel in distress

Ik weet echt niet waar ik moet beginnen over dit onderwerp. Maar laten we één ding voorop stellen: ik heb jouw hulp niet nodig. Nee. Echt niet. Ik vraag geen hulp, ik kom er wel uit. Niemand wacht op ongevraagd advies. Al helemaal niet van de koplopers van het geven van het ongevraagde advies: mannen.

The knight in shiny armor

“Proberen de drie persoonlijke agenda’s van alle partners te syncen met twee Android telefoons en een iPhone. The poly struggle is real.” Postte ik enkele dagen geleden in een besloten groep op Facebook. Het is een grappig bedoeld bericht, een bericht ter herkenning; iedereen in relatie sferen met een conflicting OS maakt dit mee. Daarnaast hadden we het al opgelost. In no-time heb ik zeven comments en drie privéberichten in mijn inbox. Alle tien met advies van mannen. En ik dacht alleen maar: “heb ik om hulp gevraagd?”

a.k.a: the loser in tinfoil

Ik loop met drie boodschappentassen een trap op. Want beweging vind ik fijn. Binnen twee seconden staat meneer naast me “heb je hulp nodig?” Nee, vriend. Er staat een lift naast de trap. Ik heb jouw hulp niet nodig. Hier kies ik voor. Ik loop voor je neus die trap nog twintig keer op en neer, en ik neem jouw tas ook mee.

“Maar de intentie is goed!” Ja, dat kan wel zo zijn, maar dat komt niet zo over. Het is fucking vervelend. Vraag jezelf eens af waar deze ‘ik wil helpen’ drang vandaan komt. Of waarom wij vrouwen zo geïrriteerd zijn door mannen die ons op straat aanspreken? Uiteindelijk doe je het voor jezelf; jij voelt je beter omdat je iemand helpt. Of jij hebt hoop dat je door deze actie kunt scoren. My hero. My saviour. My knight in shining armour. Nee, je bent een loser in aluminiumfolie, als je niet beseft niet hoe vervelend het is.

Moet je dan nooit hulp bieden? Natuurlijk wel. Als je ziet dat iemand overduidelijk(!) moeite met iets heeft. Dat is de uitzondering die de regel bevestigt. Maar ook dan vraagt iemand vaak zelf wel om hulp. Doen ze dat niet? Dan is er waarschijnlijk een goede reden waarom ze het niet doen; geen zin in of angst voor vreemden, bijvoorbeeld.

Chivalry is dead

Dit ongevraagde advies; het is geen uitzondering. Het is geen ‘af en toe’. Het is elke keer. Het is niet netjes, het is niet lief. Het is irritant. Haal de 1914 mentaliteit uit de maatschappij en gooi het in de oubliette, de vergetelheid.

Er zijn nu een aantal opties; je denkt “kut feminist!” Ja, dat klopt. Schrijf zelf maar een stukje over hoe iemand op het internet ongelijk heeft, in jouw ogen. Misschien denk je “dat wil ik eigenlijk ook wel, die hulp!” Kreeg je het niet al? Vraag er dan om. Of je denkt: “verrek, deze chick heeft een punt. Dit is herkenbaar.” Dan heb ik er niet echt iets aan toe te voegen. 😉

Kijk eens waar ik ben gekomen, zonder jouw ongevraagde advies? Het einde van mijn blog. Ik heb jouw hulp niet nodig.

Vijfhonderd stukjes

Het is vrijdagavond en ik zit thuis. Ik kijk naar de puzzel die voor mij op tafel ligt. Het is een puzzel van vijfhonderd stukjes. Een vriendin van mij raadde het aan. “Het structureert je gedachten.” Mijn kat ligt rustig naast mij op de stoel te slapen. “Wel eerst met de hoekjes en randjes beginnen. Anders kom je er niet uit.” Drukte ze me op het hart. Het is een chaos op tafel. Ik zucht eens diep. Wat structuur kan ik op dit moment wel gebruiken.

Ik draai alle stukjes met de gekleurde kant naar boven. Het is een hysterisch gekleurde puzzel. Zo eentje zonder voorbeeld. Hoe kwam ik hier terecht? Door gisteren: het is een doodgewone donderdagmiddag, zoals elke donderdag op kantoor. Tot de onzekerheid mij naar de keel grijpt. Ik had net een gesprek gehad met mijn leidinggevende. Ik moet mezelf kwetsbaarder opstellen. “Je bent een junior, je hebt veel te leren. Gedraag je niet als senior die alles al weet. Een senior kan ik niets meer leren.” Ware woorden. Echt heel erg waar. Ze drukt met de vinger op de pijnlijke plek. Toegeven dat ik iets niet kan en hulp nodig heb valt mij erg zwaar.

Na 3 keer 25 stukjes om te hebben gedraaid past er ineens ééntje. De hoeken en randjes liggen in een rechthoek voor mij op tafel. “Fucking kutpuzzel” denk ik. Het is al een tijdje aan de gang. Ik slaap slecht. Vergeet soms te eten. Bij schrijven weet ik aan het einde van de zin niet meer wat ik aan het begin wilde schrijven. Ik vraag hulp aan mijn collega. Met twee tips zet ze mij op het juiste spoor.

Inmiddels heb ik door dat het een graffitiafbeelding moet zijn. Er daalt een rust op mij neer. Terwijl het kleurige kunstwerk voor mij op tafel verschijnt, denk ik voor het eerst in tijden niet meer aan 20 dingen tegelijk. De onzekerheid over mijn kennis en kunde valt ook weg. Ik sta op om naar de wc te gaan. Een andere activiteit waarbij ik ook een paar minuten niet teveel hoef na te denken. Ik voel iets geks gebeuren. Ik voel rust. Ik leg niet alleen de puzzel in elkaar. Ik leg mijzelf in elkaar. Vijfhonderd kutstukjes lang.

Ik kom terug van de wc. Ik zie dat mijn kat inmiddels wakker is. Ze zit op de grond. En met haar de helft van de deels in elkaar gezette puzzel. Ik grinnik om de ironie van de metafoor die ik had gelegd met het leven. Ik geef mijn kat een knuffel. De puzzelchaos is terug. Maar ik ben weer een besef rijker: er is altijd wel een element in je leven dat de boel overhoop gooit. En dan kan ik natuurlijk om hulp vragen. “Schat, kan je even helpen opruimen?”

Rimpeltieten

Dames, let op! Op deze zonnige dag gaan wij het eens hebben over de rimpels in ons decolleté. Dat kan dus écht niet meer. Van die verticale slaaplijnen die onze borsten ontsieren na een bepaalde leeftijd. Als je op je zij slaapt, zakken je borsten naar één kant. Met alle rimpelige gevolgen van dien. Erg onaantrekkelijk. Gelukkig is er een oplossing. Aangedragen door Ellen DeGeneres: De anti-aging beha!

Mijn oren klapperen. “Fuck you Ellen DeGeneres”. Ik had tot op vandaag een zekere mate van respect voor deze vrouw. Dat respect is nu weg. Elke vorm van empowerment dat ze heeft voortgebracht is met dit televisie item volledig betekenisloos geworden. Ik zie de beha al op Tel Sell voorbij komen. Een beha zonder cups die de borsten ’s nachts op hun plaats houdt. Verkrijgbaar in vele hippe printjes en kleuren. “isn’t it amazing!?
Vervolgens ziet zo’n pittige huisvrouw het item. Waarop ze naar haar borsten kijkt en aan haar man vraagt “… vind je mijn borsten rimpelig, schat?” Bam. Er is nieuwe onzekerheid in het vrouwenleven opgeroepen. Bedankt Ellen.

Het zet mij aan het denken. Mannen hebben ook rimpeltieten. Maar dan in het klein: de balzak. Dáár zitten pas rimpels in! Als je slaapt zakken die twee boefjes zo tussen de benen door naar beneden. Met alle gevolgen van dien. Geloof mij, niets is zo onaantrekkelijk als een rimpelige, laag hangende, balzak. Van mij mag je het aannemen. Ik ben specialist in de fysiologische anatomie. A.k.a: ik heb een hoop ballen gezien. Maar zie je daar een oplossing voor? Nee.

Speciaal voor de gelegenheid heb ik hier toch iets op bedacht: de ballenkniepert 2.0. Een minuscuul, strak zittend herenslipje met twee gaten waardoor de ballen gecontroleerd naar buiten piepen. Ik zie de ballenkniepert 2.0 al op Tel Sell voorbij komen. Verkrijgbaar in vele hippe printjes en kleuren. “isn’t it amazing!?. Vervolgens ziet mijn vriend dat. Stopt zijn hand in zijn broek en voelt aan zijn ballen. Hij kijkt beteuterd en vraagt aan mij: “… vind je mijn ballen rimpelig, schat?”

Daar kun je op rekenen

Van beoordelingen word ik intens zenuwachtig. Ik heb ze vaak genoeg gehad en ik kleur nooit binnen de lijntjes. Dat heb ik ook nooit gedaan. Misschien juist daarom: ik weet wat er komen gaat. Ik was ook nooit bang voor de tandarts, tot ik mijn eerste gaatje kreeg.

Het is 14.30 uur en ik loop naar het kantoor van mijn leidinggevende met klamme handjes en een volgeklad notitieblokje. Ik zucht nog een keer diep voordat ik plaatsneem op het bankje voor haar kantoor. Zij is blauw, ik ben rood-geel. Ik voelde de bui al hangen. Zwart en wit. Vuur en water. Star Trek en Star Wars. Curry en Ketchup. Kortom: drama.

Een zelfhulpboek, daar lijkt het me tijd voor. Met vallen en opstaan probeer ik te wennen aan het burgerlijke leven. Van twee jaar ZZP’en vanachter de keukentafel naar een kantoor “zonder 9 tot 5 mentaliteit”. Een wereld van verschil. In plaats van een vis in het water ben ik een sardientje in blik tijdens de treinreis van Rotterdam naar Den Haag.
Ik had ooit eens een zelfhulpboek gekocht tijdens een periode van liefdesverdriet. Het ging over loslaten. Achteraf heeft dat boek mij misschien iets te goed geholpen, want ik neem de “zonder 9 tot 5 mentaliteit” soms iets te letterlijk. Daarnaast maakte ik me meer druk over de wanstaltige inhoud dan over de verloren liefde en liet ik het boek los in de prullenbak. Missie geslaagd.

Op de meeste kritiek ben ik voorbereid, ik weet zelf wel hoe ik in elkaar zit. Meestal is het iets in de trant van minder eigenwijs zijn en genuanceerder communiceren. Ondanks dat ik het verwacht blijft het toch spannend. Ik ben een streber. Een perfectionist. Daardoor lukt het loslaten ook niet.

Ik denk terug aan de beoordeling die ik kreeg op de basisschool na het maken van de Cito-toets. “Je staat onderaan het gemiddelde op het gebied van rekenen. Je krijgt vmbo advies.” Met inmiddels een brok in mijn keel ter grootte van een zwerfkei kwam het gevoel bij mij terug uit de tijd dat ik dacht dat ik dom was. Puur omdat ik die cijfertjes niet snapte. Aan hoe ik duizenden uren vulde met stug doorwerken en net aan een voldoende haalde. Iets wat in mijn boekje echt niet als succes bestempeld kon worden. Het was tenslotte geen “goed”.

De deur gaat open en mijn hart staat stil. Mijn leidinggevende roept “Viv! De feedback op de kwartaalnieuwsbrief is lovend. We creëren een content functie voor je as we speak.” Ik begin te stralen en mijn klamme handen drogen op. De zwerfkei flikkert de afgrond in. Die getallen kunnen mij gestolen worden. Ik kan schrijven. En ik moet echt leren loslaten. Daar kun je op rekenen.

Hey lekkertje

En dan nu de weersvoorspelling van vandaag: het wordt 27 graden in het Westen met 85% kans op een “waar ga jij heen met die lekkere billen van je?” Gevolgd door een matige “kijk niet zo boos, het is een compliment” en een kort maar hevige “negeer me niet, wees blij dat ik je aandacht geef”.
De zomer komt er weer aan en met de zomer maakt ook ‘de-man-met-de-ongevraagde-complimenten’ weer zijn opmars. Commentaar op het uiterlijk, wellustige blikken, schunnige opmerkingen en natuurlijk de welbekende ‘hey lekkertje’ als je iets minder kleding aan hebt door de hitte. Mijn naam is niet “hey lekkertje!” Het is Vivianne – en ik heb het gewoon warm.

Rokjesdag is nog maar net geweest en het aantal opmerkingen zijn alweer verdubbeld. Als je kleding iets strakker om je lijf zit heb je al een opmerking te pakken. Combineer dat met minder laagjes en bijvoorbeeld ronde heupen als de mijne: BAM. Er is iemand op straat die er wat over te zeggen heeft. En dat hoeft niet altijd positief te zijn.

Als je een vrouw bent en in een grote stad woont zal een seksueel getinte opmerking je niet meer choqueren. Het is onderdeel geworden van het dagelijkse achtergrondgeluid van de straten waar wij op lopen. We weten dat het er is, we horen wat er gezegd wordt en we lopen snel door in de hoop dat het ons niet (aan)raakt of achtervolgt. Soms lachen we er om, maar vaak voelt het ontzettend ongemakkelijk.

Ik heb er een tijd lang een sport van gemaakt om op elke opmerking zo ad rem mogelijk te reageren. Vaak lukte dat. De verbazing op zo’n koppie is erg lachwekkend. Maar soms ook niet. Dan krijg je een ontzettend vuile opmerking terug en voor je het weet vliegen de scheldwoorden over en weer. “Je zal de verkeerde maar tegenkomen, dan heb je zo een vuist in je gezicht” zei een vriendin laatst tegen me. Ik geef haar geen ongelijk. I pick my battles. Maar valt dit niet al onder de verkeerde tegenkomen?

Een oplossing? De coltrui natuurlijk! Gecombineerd met een wijde rok tot aan de grond. Maar neuk jullie allemaal de moeder. Daar ga ik niet in lopen als de vogels van het dak vallen. Dan ga ik het liefst naakt over straat. En zelfs dat is bij sommige temperaturen te warm – dan lig ik het liefst naakt in de schaduw. Helaas: naast dat zoiets maatschappelijk niet verantwoord is, word ik gebombardeerd met opmerkingen over mijn lichaam waar ik niet op zit te wachten. Lezen jullie dit? Ik zit er niet op te wachten. En met mij duizenden anderen niet. “Waarom kleed je je dan zo?” Omdat ik me niet de pleuris wil zweten. Me niet ongemakkelijk wil voelen. En omdat. Ik. Dat. Zelf. wil.

Je moest wellicht een paar keer lachen om dit schrijfsel. Het is ook grappig, grappig op de manier waarop wij lachen om tragedie. Maar waarom lachen wij hier om? Waar ligt de grens? Ik weet wel waar mijn grens ligt. Ik trek hem hier. Men moffelt het weg onder het mom “het kan altijd erger”. Het lijkt dan minder erg, maar eigenlijk wil ik kwaad worden. Mijn vuist of knie planten in de genitaliën van de persoon die dit soort dingen zegt. Dat is natuurlijk ook erg. Maar wat is het alternatief?

Staande ovatie

 

“Ik heb je blog gelezen, leuk! En wauw, je bent echt een mooie vrouw.” Gevleid en nietsvermoedend klik ik op het berichtje dat in mijn ‘message requests’ inbox op Facebook verschenen is. Lezers van mijn blog sturen mij wel vaker berichtjes met complimenten. Vaak beantwoord ik dit met een “bedankt! Leuk dat je mijn blog leest!” en bloedt het gesprek even later dood. Echter vragen lezers mij soms op een vrij plastische manier ook mee ‘op date’, vooral na het lezen van blogs als ‘Tetten’ of ‘Gespierde, langharige mannen.’ Die berichtjes negeer ik vaak, waarna ik de zender blokkeer.
Afijn, ik klikte dus op het bericht met de intentie om zoals gewoonlijk te reageren, tot een vleeskleurige, staande ovatie van +/- 13 cm op mijn beeldscherm stond. Zo goed vond hij mijn blog dus! Maar moet ik nu ook daadwerkelijk gevleid zijn?

Na vroeger een frequent bezoeker te zijn geweest van de TMF chat, Chatroulette en Skype heb ik regelmatig dick pics langs zien komen. Waar de twaalfjarige Viv nog ernstig gechoqueerd was, wuif ik het nu weg met een ‘ah, daar heb je er weer één!’. Dus het stoort mij niet echt meer. Maar toch moet mij iets van het hart: waarom doen mannen dit?

Als je een vrouw bent en het internet gebruikt, voor welke vorm van communicatie dan ook, is er altijd een vreemde die besluit om jou een penisfoto te sturen. Je hebt er niet om gevraagd, en je zit er ook niet op te wachten. Want piemels zijn vaak niet mooi, en bovendien op dit soort foto’s ernstig onderbelicht. En als je zo’n ding ongevraagd op je beeldscherm te zien krijgt? Tsja.. Wat probeert een man te bereiken met zo’n foto? Dat de vrouw denkt “nou, wat een prachtige schwanz, daar kan ik wel een trucje op!”? Niet dus. Wij krijgen smetvrees en zin onze telefoon mee te nemen onder de douche. Om hem schoon te maken, te vernietigen, en nog een keer goed schoon te maken, welteverstaan.

De oplossing? Negeren. Maar als je er het beste uit wilt halen kan je ook een foto terug sturen van een grotere, mooiere penis. Een meer fotogenieke penis. Een penis met een toekomst (in de porno). Of je stuurt een andere dick terug in de vorm van Dick Cheney of Moby Dick. Hierin wordt eigen creativiteit uiteraard aangemoedigd!

Ik vind het geweldig om te horen dat mensen mijn schrijfsels graag lezen en om te zien dat het aantal lezers groeit. Maar dat is ook echt het enige wat ik online wil zien groeien. Dus stop die staande ovatie maar weer in je boxer en val mij en mijn mede vaginisten hier niet mee lastig.

Tenzij wij er om vragen natuurlijk.

Sollicit(ind)eren

Hallo, ik ben Vivianne, een vijfentwintigjarige Bachelor of Communication sinds januari 2015. Een prachtige titel, het duurde dan ook niet lang voordat ik mijn LinkedIn pagina had geupdate van student naar Bachelor. Ik was trots. En waarom zou ik niet trots zijn? Ik heb tenslotte mijn hele leven geknokt voor een titel als deze. Vanaf het tekenen buiten de lijntjes op de crèche, tot aan het ‘out of the box’ projectleiden op de Hogeschool. Vijfentwintig jaar lang ben ik gegroeid, heb ik geleerd. Ik heb duizenden fouten gemaakt en enkele successen geboekt. En nu mag ik mijzelf sinds januari Bachelor of Communication noemen; wat in mijn boekje inmiddels ook bekend staat als werkeloos.

Ja, daar zit je dan. Met je aars op de bank en een mooie titel op je LinkedIn pagina; al bijna een jaar werkeloos… Waar ze mij en mijn medestudenten op de Hogeschool beloofden dat bedrijven om ons zaten te springen als we waren afgestudeerd, ben ik met een aantal jaargenoten nog steeds aan het solliciteren. Waar zijn die springende bedrijven die ze ons beloofden? Nou, die worden momenteel bedolven onder mailtjes van starters, starters zoals ik. Op die ene vacature komen een ruime tweehonderd reacties, waar wij het onderspit delven aan de gelukkigen die wel al “minimaal drie jaar aan werkervaring in de sector” hebben. Bedrijven hebben in de huidige economie een gigantische luxepositie. Ze kunnen eisen wat ze willen, er is toch wel genoeg animo voor de vacature. En daar zitten tientallen geschikte kandidaten tussen. En de goed opgeleide starters? Die worden met hun cv ‘in de portefeuille’ gestopt. “Kom over drie jaar werkervaring maar terug!”. Tsja. Wij krijgen de kans niet eens om aan de gevraagde werkervaring te komen.

Iets wat een allergische reactie opwekt, een die overigens bij veel vacatures trouw blijft terugkomen, zijn jeuktermen als ‘spin in het web’, ‘teamplayer’, ‘creatieve duizendpoot’ of ‘marketing goeroe’. 90% van de bedrijven waar ik solliciteer maakt zich schuldig aan het gebruik van dat soort begrippen. Bedrijven willen tegenwoordig zo leuk, jong, en creatief mogelijk overkomen. Ze hebben last van het willen hebben van de ‘X factor’ en willen op deze manier het bedrijf zijn waar je absoluut moet komen werken. Pro tip: als dit taaltje niet bij je imago past, doe het dan niet.
Bij nader inzien, doe het maar helemaal niet. Wil je echt creatief en leuk overkomen zonder dat dit afwijkt van je imago, en zonder dat het een cliché wordt? Stuur mij dan een mail. Acquisitie naar aanleiding van deze column wordt namelijk zeer op prijs gesteld.

Maar goed, ik dwaal af. In een goede maand ligt mijn gemiddelde op drie sollicitaties per week. En dat brengt ons op twaalf afwijzingen per maand, als ze de moeite nemen om überhaupt terug te mailen. Mijn suggestie: Sollicitinderen! Voor matchmaking tussen werkgever en eventueel toekomstig werknemer. Je weet direct waar je aan toe bent! Zoveel verschilt het niet met solliciteren als je erover nadenkt: je swipet een stuk of twintig keer naar links, en zelf wordt je 5.000 keer naar rechts geswipet. Tot die ene match! En dan kan je beginnen met chatten:

Bedrijf: Hey, ASL?

Ik: Hey! 25, vrouw, NL, woonachtig in Enschede. Maar ik ben bereid te verhuizen. Cammen? LOL!

Bedrijf: Ah NL dus, spreek je alleen NL? Of ook DE en UK? Cammen kan misschien straks wel…

Ik: Ook DE en UK. Sehr good zelfs!

Bedrijf: Op je profiel staat dat je communicatie hebt gestudeerd, waar zitten je verdiepingen?

Ik: Op de 1e en 2e! HAHAHAHAHA. Nee, grapje natuurlijk. Ik heb mij verdiept in advertising, brandmanagement, imago- en reputatiemanagement. Daarnaast heb ik een journalistieke achtergrond en een passie voor (digitale) marketing.

Bedrijf: Oké, cool! Doe je dit vaker?

Ik: Nee, je bent mijn eerste! Ik ben al een jaar aan het zoeken. Heb wel wat one time things gehad en kleine projecten, maar niets vasts helaas. Maar ik wil wel heel erg graag!

Bedrijf: Hmm, sorry. Mijn leidingevende belt, brb.

Ik: Oké, geen probleem! Ik wacht rustig af! 😀

Bedrijf heeft je geblokkeerd.

Dus ja werkeloos by day, blogger by night. Heb je nog een teamplayende marketing goeroe in het web met duizend poten nodig? Je weet me te vinden!

%d bloggers liken dit: